dinsdag 30 november 2010

Misschien wisten ze écht van niks

Het is een vraag waar je eigenlijk nooit over uitgepiekerd raakt: hoe kon een vooruitstrevende beschaving als de Duitse een grootschalige gruwel als de Holocaust toestaan? Na de oorlog riepen veel Duitsers onwetendheid in als excuus. Die mogelijkheid kon altijd op veel wenkbrauwengefrons rekenen. Hadden de nazi's al niet sinds de jaren '20 openlijk lucht gegeven aan hun virulente antisemitisme?

En toch. Als je alleen moest afgaan op woorden, was het minder eenvoudig om de ware bedoelingen van het nationaal-socialistische regime te doorgronden dan je zou verwachten. Dat blijkt uit “Doodgewone woorden: NS-taal en de Shoah”, een studie van de historicus Fabian Van Samang (KU Leuven).

Semantische entropie
Het nazi-discours werd op alle niveaus gekenmerkt door een hoge mate van dubbelzinnigheid, “semantische entropie”. Nu eens riep Hitler dat alle joden moesten emigreren, dan weer leek hij aan te sturen op uitroeiing. Maar zelfs al nam hij een begrip als “uitroeien” in de mond, dan nog was soms een symbolische interpretatie mogelijk. Kortom, het was niet zo eenvoudig om er je vinger achter te krijgen.

Die onduidelijkheid schiep mogelijkheden. De radicale taaluitingen spraken de fanatiekelingen aan, de rekkelijken in de leer trokken zich op aan de meer gematigde uitspraken. Voor ieder was er wat wils, niemand hoefde zijn overtuigingen geweld aan te doen.

Terwijl overtuigde nazi's met het genocidale discours van de Führer aan de slag gingen, hielpen de vage woorden veel gewone Duitsers om de radicale consequenties van zich af te schuiven. Velen zijn daardoor pas laat, soms zelfs na de oorlog, tot het inzicht gekomen wat er werkelijk is gebeurd.

Misschien was “Wir haben es nicht gewusst” toch niet dat slappe excuus dat wij er altijd in hebben gezien.

Fabian Van Samang. Doodgewone woorden - NS-taal en de Shoah. Universitaire Pers Leuven; 2010.

woensdag 24 november 2010

Helpdesk helpt klant te B.

Er zat een briefje in de bus. Direct Parcel Distribution (DPD) wilde mij een pakje brengen maar had mij niet thuis gevonden.

Ik had niets besteld dus dat kon maar twee dingen betekenen.
  • Het pakje was niet voor mij bestemd. 
  • Een seriemoordenaar had besloten om onderdelen van slachtoffers naar mij toe te sturen. 
In geen van beide gevallen wilde ik het pakje hebben.

Via de website kon ik het pakje niet meer tegenhouden. Ik moest naar de helpdesk bellen. Daar zag ik tegen op. Je hoort veel gruwelverhalen over helpdesks tegenwoordig.

Toen gebeurde er iets vreemds: ik werd snel, vriendelijk en adequaat te woord gestaan door een telefoniste die het Nederlands machtig was. Het pakje zou aanstonds worden geretourneerd naar de seriemoordenaar.

dinsdag 16 november 2010

The Black Keys live



Ik ken een paar mensen die het concert van The Black Keys op 15 november 2010 in de AB maar wat graag hadden bijgewoond, maar geen kaartjes konden bemachtigen. Zij zullen zich moeten optrekken aan deze ene gedachte: het voorprogramma was een slag in het water. Meer troostende woorden heb ik niet in voorraad, want voor het overige was het een formidabele avond.

The Black Keys begonnen met wat oudere nummers, zoals het onverwoestbare Thickfreakness en 10 AM Automatic, een van mijn lievelingsnummers. The Breaks mondde uit in een intens samenspel, op het woeste af. The Black Keys, oordeelkundig geposteerd op een dijk of in een potpolder, hadden het wassende water dit weekend wel weten af te houden.

Na afloop van Nice and Gentle stonden er plots twee extra muzikanten op het podium, een keyboardspeler en een bassist. Dat was niet alleen mooie goocheltruc, het was ook een muzikale meesterzet. De toevoeging van muzikanten betekende een verrijking van het ongepolijste, ruwe geluid, dat eigen is aan de tweemansbezetting.

In kwartet speelden The Black Keys de hoogtepunten van hun laatste cd, met als ijzingwekkend hoogtepunt Ten Cent Pistol, waarin Dan Auerbach ons in een spookachtig licht toehuilde hoe onvoordelig jaloezie kan uitpakken. The Black Keys spelen blues, weet u.    

Naar het slot toe speelden ze weer een paar liedjes in duo. Enkele nummers voorzag zanger-gitarist Dan Auerbach van korte maar opwindende gitaarsolo's. Muzikanten als Auerbach zijn een van de factoren die verklaren waarom jongens in hun puberteit (en ook daarna nog) statisch significant vaker de neiging hebben naar een elektrische gitaar te grijpen dan naar een blokfluit. Dat blijkt althans uit wetenschappelijk onderzoek.

En toen was het plotseling afgelopen en stonden mijn compagnon en ik elkaar verbouwereerd aan te kijken, want dit was niet wat we hadden verwacht, dit was oneindig veel beter. Oud en nieuw, ruw en geraffineerd, opwindend en ontroerend - en dat alles in dezelfde show. Het is voor dit soort muzikale ervaringen dat je naar een concert gaat.

Links


Het verslag op de blog van mijn compagnon Sven
Het fotoverslag van Cutting Edge

zondag 7 november 2010

Laten we de politie erbuiten houden

Millennium, naar de romantrilogie van Stieg Larsson, is een onderhoudende tv-serie, waar ik graag naar mag kijken.

Maar thrillers en detectives hebben vaak een zwak punt: er komt altijd weer een moment waarop je wordt geacht je rationele vermogens uit te schakelen en een sprong in het geloof te maken om het verhaal nog te kunnen volgen. Laten we voor het gemak even aannemen dat de boef van dienst zijn radicaal islamitische denkbeelden paart aan een diepgaande kennis van kernfysica en een A1 sanitaire technieken. Dan ziet het er bepaald beroerd uit voor de mensheid, niet?

Ook Millennium ontkomt er niet aan. Twee personages worden naar het leven gestaan door een geheime organisatie. Er zijn dreigbrieven. Er zijn ongure types. Er zijn stenen die in het holst van de nacht door ruiten vliegen. Als het bij u en mij gebeurde, we belden de politie. Niet zo in Millennium: "Laten we de politie erbuiten houden!"

Bel de dierenbescherming! Bel Securitas! Bel een journalist! Bel desnoods Jean-Marie Dedecker! Maar de politie, hemel nee, laten we die vooral niet bellen.

Er zijn voor een scenarist altijd goeie redenen om de politie erbuiten te houden, maar er zijn ook goede redenen om dat niet te doen:  het brengt zijn verhaal gevaarlijk dicht in de buurt van de plots van Suske en Wiske.