vrijdag 25 november 2011

Pech

Google Streetview kan behoorlijk grappig zijn bij momenten.


Grotere kaart weergeven

woensdag 23 november 2011

Een reisje in de tijd

Natuurlijk hebben wij op het werk de hele dag Google Streetview zitten kijken! Ik heb vandaag meer vastgoed gezien dan toen ik een nieuwe woonst zocht. Ik weet nu ook exact waar mijn collega's wonen, wat handig kan zijn, al zie ik niet direct in welke situatie.

De beelden van mijn straat zijn meer dan drie jaar oud. Bij de buren hangt namelijk de raamaffiche "sp.a nu zeker", die proletarisch kiezers probeerde te werven voor de Vlaamse verkiezingen van 2009. Een reis met Streetview is dus soms ook een reisje in de tijd!

Zou dat trouwens niet nog een mooie aanvulling op Streetview: foto's uit de oude doos, die tonen hoe je straat er lang geleden uitzag?


dinsdag 22 november 2011

Waar is het bos?

Ik woon nu een jaar of vijftien in Gent en dat is me altijd goed bevallen. Gent heeft de mogelijkheden van een grote stad en de charme van een dorp. Ik heb in die vijftien jaar maar zelden gedacht: was ik maar in de Kempen gebleven. Move and don't look back.

Alleen in de herfst zou ik nog willen ruilen. Want waar is het bos? Waar kan ik hier het verkleuren van de bladeren gaan waarnemen? Oost-Vlaanderen is in het algemeen slecht bedeeld als het gebladerte betreft. Knotwilgen, ja, dat wel.

Een sporadische samenscholing van bomen heet hier al gauw bos. Kempenaren weten beter! Deze ene keer dan toch.

dinsdag 15 november 2011

Pop van de andere kant

  • Soldout
  • Jeronimo
  • Ghinzu
  • Mud Flow

Dat was het lijstje waarmee mijn Franstalige collega mij ervan probeerde te overtuigen dat ik mij vergiste: er bestonden nog wel degelijk figuren die jongeren aan beide kanten van de taalgrens aanspreken! Ik had durven te beweren dat het culturele leven in dit land al jarenlang gescheiden verloopt. Maar deze vier uit Wallo-Brux afkomstige popgroepen moesten volgens haar ook wel hot zijn in Vlaanderen, net zoals dEUS, Daan en Milow dat zijn aan de andere kant. Met hen uitpakken in een interviewtje op een jongerenwebsite van de federale overheid (dat was de bedoeling) betekent keihard scoren bij studenten in Wallonië én Vlaanderen!

Ik blijf sceptisch.
Maar wie ben ik nu helemaal?
Even kijken wat Humo en StuBru zeggen, toch zo'n beetje de lakmoesproef voor bekendheid onder de Vlaamse jeugd.

  • De term "Soldout" levert vooral resultaten op van uitverkochte bands.
  • "Jeronimo" doet het goed in combinatie met "Stilton".
  • Van Ghinzu - een naam die mij niet helemaal onbekend voorkwam - vind ik wel recensies maar veel zijn het er niet en recent zijn ze evenmin. Datzelfde geldt voor Mud Flow.

Ik beweer niet dat dit slechte bands zijn.
Ik beweer niet dat ze geen aanhang hebben.
Ik beweer niet dat ze nooit optreden in Vlaanderen.
Ik beweer niet dat ze nooit op de radio te horen zijn.

Ik beweer wél dat ze niet bekend genoeg zijn om er een breed publiek van jongeren mee aan te spreken. Een exclusief interview met een lid van Jeronimo zal geen hordes Vlaamse studenten naar mijn website brengen.

Zijn er Franstalige artiesten die dat wel kunnen? Ik zie ze niet, maar ik sta open voor suggesties.

dinsdag 8 november 2011

Geen goud van lood

Eerst een woord van troost: in Nederland gaat het nauwelijks beter dan in Vlaanderen. Ook daar zoeken vooruitstrevende technologieondernemingen zich suf naar geschikte werkkrachten en brengt dat personeelstekort de welvaart in gevaar. Af en toe wordt er een blik Chinezen of Indiërs opengetrokken om het kennisniveau op peil te houden. Ik zag het gisteren in Tegenlicht van de VPRO - altijd weer indringende televisie.

Dan de beklemmende boodschap: net als in Vlaanderen leeft in Nederland het idee om 'weinig productieve' studierichtingen te ontmoedigen. Ik voel me aangesproken. Godzijdank behoor ik niet tot vervloekte diersoorten zoals de archeologen, sociologen en psychologen ("Wat maken ze? Geleuter!"), maar mijn vakgebied, de literatuur & taalkunde, is toch ook weer niet zoveel nuttiger.

Zelf ben ik in de communicatiesector beland. Sinds kort ben ik 'conversation manager' bij een overheidsinstelling - maar behalve een paar verdienstelijke nota's breng ik voorlopig weinig tastbaars voort, of toch niets waarmee je de Chinezen de stuipen op het lijf jaagt.

Ik zou willen dat het anders was. Ik zou veel liever robotarmen in elkaar draaien, een antwoord op Einstein formuleren of een nieuwe werkzame stof tegen kanker synthetiseren. Een sierlijk stukje code schrijven, dan ben je tenminste iemand! Maar het behoort domweg niet tot mijn mogelijkheden. Mijn talenten liggen ergens anders. Ik heb een wetenschappelijke richting gedaan op de middelbare school en dat ging mij niet goed af. Als ik op dat spoor was doorgegaan in het hoger onderwijs, dan had ik nu helemaal geen diploma. Dat zou de kenniseconomie ook niet ten goede zijn gekomen.

Dus heren van het beleid, in Nederland en Vlaanderen, luister even naar mij. Ik vind het prima dat jullie technische richtingen willen stimuleren, al was het alleen maar omdat ik dan niet meer zo lang op een loodgieter hoef te wachten. Maar vergeet niet dat niet iedereen dezelfde roeping heeft. De ene richting is de andere niet. Je kunt van lood geen goud maken.


zondag 9 oktober 2011

Stadszicht zonder foto

Typisch: net als je denkt dat je alles wel hebt gezien en je fototoestel in de lade laat liggen, ontdek je een nieuw stadszicht waar je mond wijd van openvalt. Het overkwam me vandaag op de Campus Kantienberg van de Arteveldehogeschool in Gent.

Dat is een tamelijk nieuw gebouw waar ik regelmatig voorbij fiets en dat ik bij iedere passage weer weet te appreciëren als een aanwinst. Want waar nu een aantrekkelijk modern gebouw staat, was er vroeger een troosteloos parkeerterrein. Onbegrijpelijk hoe verkwistend we soms met onze schaarse open ruimte omspringen.

Vandaag, de Dag van de Architectuur, was mijn kans om de campus binnenin te bezichtigen. Hij bleek net zo inventief ontworpen als ik me had voorgesteld. Vooral de manier waarop de verschillende niveaus met elkaar zijn verbonden - het bouwterrein ligt op een helling - is prikkelend. Als je dan toch moet sjezen, dan liever in een esthetisch verantwoorde omgeving als deze, dan in de naargeestigheid van - bijvoorbeeld - de faculteit Letteren op de Blandijnberg.

Het hoogtepunt was het uitzicht op de tiende verdieping van de toren. De liftdeuren glijden open en voor je voeten ontvouwt zich een panorama dat erom smeekt te worden gefotografeerd: netjes ingekaderd door de twee torens van de Sint-Pieterskerk, verrijzen in de verte de drie torens van Gent.

Maar zoals gezegd: de camera was thuis gebleven. En ook op het internet vind ik geen foto van dit tafereel. Er zit weinig dus anders op dan volgend jaar terug te gaan. Maar het zal duidelijk zijn dat ik dat niet als een klus ervaar.


donderdag 6 oktober 2011

Strak en handig

"The world is immeasurably better because of Steve", meldde Apple vandaag bij de dood van zijn stichter Steve Jobs.  Voor de aanheelhouders van Apple zal dat wel kloppen. Maar zouden de huisvrouwen in de Kivu en Ethiopië er ook zo over denken?

Hoe dan ook: de bijna religieuze verering voor de afgestorvene laat onverlet dat Steve Jobs een getalenteerd man was, die mooie en bruikbare gebruiksvoorwerpen heeft bedacht.

Dat is minder eenvoudig dan het lijkt. Hoe lastig het is om het mooie aan het nuttige te paren, blijkt vaak uit banale voorvallen.

  • De NMBS heeft jaren geleden in een aantal kleinere stations  rode, metalen zitjes neergepoot op de perrons. Ik zeg niet dat ze mooi zijn, maar ze getuigen ontegensprekelijk van de intentie om een strak ontwerp te maken. Zijn ze bruikbaar? Dat is wat anders. Echt lekker zitten doen ze niet.
  • Ik was vandaag bij Mexx om een Steve-Jobsachtige coltrui te proberen. Het pashokje was minimaal en strak ingericht: alles wit, op een kleerhaak na. Was het handig? Nee. Ik miste een stoeltje. Nu moest ik veel kleren op de grond leggen.
Minder is meer, maar niet altijd.

donderdag 11 augustus 2011

Buck Rogers

De ouderwetse injectiespuit bleek plaats te hebben gemaakt voor een object uit glanzende kunststof dat  trillingen voortbracht.

De verdovende prik was uiterst doelgericht, als een precisiebombardement met geringe collateral damage.

Er werd een lasergun tussen mijn lippen gewrikt.

Het vulsel liet geen hinderlijk gruis achter in mijn mond. Ik hoefde niet eens na te spoelen.

Ik ben naar de tandarts geweest vandaag, en het was alsof ik een aflevering van Buck Rogers was terechtgekomen: clean, hightech en zeer wit.

woensdag 10 augustus 2011

Gevonden voorwerpen

Niet zo lang geleden stond er 's ochtends plotseling en onverhoopt een kapotte stofzuiger bij mij op de stoep. Ik negeerde hem hardnekkig maar zonder succes, want 's avonds stond hij er nog.

Begin deze week trof ik in mijn tuin een grote sportzak vol lege PET-flessen aan. De flessen roken alsof ze benzine hadden bevat. Waarschijnlijk heeft een moslimterrorist zijn lading verloren, ergens op een hoogte van 30.000 voet. Maar zuiver theoretisch is het natuurlijk ook perfect mogelijk dat een of andere malloot een geschikte plek zocht voor zijn afval en besloot: laat ik het gewoon over dit tuinmuurtje flikkeren. In een normaal mens zou zoiets nooit opkomen, maar je mag het niet uitsluiten.

Hoe dan ook, gedwee heb ik alles in een vuilniszak gestopt. Je bent tegenwoordig al blij als er geen brandende benzineflessen in je achtertuin belanden.


zaterdag 6 augustus 2011

Hoera kan altijd

Ik kocht in de Hema een wenskaart met hoera erop. Wat zeg ik, ik sloeg gelijk een voorraadje in. Want de hoerakaart is universeel inzetbaar.

  • Hoera, zoals in "hiep hiep hoera"!
  • Hoera, getrouwd!
  • Hoera, het is een jongen!
  • Hoera, we verhuizen!
  • Hoera, gescheiden! 
Hoera word je niet snel beu. Hoera kan altijd. One size fits all. Dus waarom ook niet:

  • Hoera, het is kerstfeest!
  • Hoera, we zijn met vakantie aan de Moezel (en sturen je onze groeten)!

De hoerakaart is ideaal. Ik kan haar van harte aanbevelen.

Iets met oplichting

Het was lekker weer, het weekend begon en ik zat op een terras. Met hoge verwachtingen begon ik aan Inherent Vice van Thomas Pynchon. Het boek was me aangeraden door mijn ex-collega Wouter, in wiens literaire smaak ik een onwankelbaar vertrouwen heb.

Ik was nog maar twee pagina's ver en ik kon er al geen touw meer aan vastknopen. Iets met oplichting en buitenechtelijke relaties, vermoedde ik.

Toen kwam Wouter opdagen. "Ik zie dat je Inherent Vice aan het lezen bent! Waar ik je misschien wel voor had moeten waarschuwen: het is niet zo'n makkelijk boek."

donderdag 30 juni 2011

De nieuwe Bryson

Ik dacht even dat er nadrukkelijk naar mijn kruis werd gestaard - misschien had ik een foutje gemaakt toen ik mij opdofte - maar het was mijn boek dat de aandacht trok, eergisteren in de trein.

"Hé, is dat het nieuwe boek van Bill Bryson?"
Het betrof daadwerkelijk het nieuwste boek van Bill Bryson en dus antwoordde ik: "Ja, dat is het nieuwe boek van Bill Bryson", want eerlijk duurt nog altijd het langst.

"Hoe heet het?"
Het boek heet 'At home' en omdat ik een echte waarheidsvriend ben, verklapte ik de titel: "Het heet 'At home'"

"O. Dus dan heeft hij geen reisboek geschreven dit keer."
Dat klopte niet helemaal en daarom zei ik, de werkelijkheid getrouw: "Toch wel. Hij maakt dit maal een reis door zijn eigen huis."

maandag 27 juni 2011

Onvergetelijk

Ik nam de trein. De conducteur riep over de intercom de haltes om en wenste de reizigers "een onvergetelijk reis".

Dat was goed bedoeld maar toch: het laatste wat ik van mijn treinreis verlang, is dat ze onvergetelijk is. De reis van de tweeduizend reizigers die afgelopen weekend geblokkeerd zaten in Ternat, die was onvergetelijk.

Geloof mij: de beste treinreizen zijn onopvallend. De ideale treinrit gaat onopgemerkt voorbij, zo geruisloos dat je ze al bent vergeten nog voor je op je bestemming aankomt.

donderdag 23 juni 2011

Stielbederf (2)

Ik jammerde in een vorig bericht hoe de elektrische fiets échte fietsers berooft van alle kansen op roem.

Maar nog niet alles is verloren. De New Yorkse kunstenaar Kevin Cyr bedacht een fietsvehikel waarmee de aandacht van toeschouwers meer dan verzekerd is.

(Met dank aan Michaël voor de tip.)

woensdag 22 juni 2011

Stielbederf

Ik zal niet zeggen dat ik het erom doe, maar het is toch altijd weer prettig als je op de top van een bergpas bewondering oogst van omstanders. Vorige week brak een bescheiden maar spontaan applausje los toen ik de top van de Klausenpas overschreed. Niet dat fietsers zeldzaam zijn op cols - over de Klausenpas ligt zelfs een nationale Zwitserse fietsroute - maar ik reed met bagage en dat baarde toch enig opzien.

Maar de toekomst ziet er benard uit voor fietshelden. De open doekjes liggen niet meer voor het oprapen. Achting en loftuitingen worden minder vanzelfsprekend. De oorzaak is de elektrische fiets, die ook de steilste cols toegankelijk heeft gemaakt.

Vorig jaar in Oostenrijk zag ik al twee krasse knarren fluks een berg beklimmen waar ik zelf met moeite rechtop kon blijven staan - ik was die dag te voet. Hun geheim was een glas schnaps per dag - en een elektromotor op de fiets.

En vorige week  - het applaus van de Klausenpas was ternauwernood uitgestorven - kreeg ik op de moordende flanken van Männlichen (nomen est omen) van een passerende fietser de vernederende vraag: "Is dat een elektromotor waarmee jij rijdt?"

Die elektrische fietsen bederven de stiel.

vrijdag 27 mei 2011

Twitterocratie

Ik was vandaag op een seminarie over innovatie in de overheid dat een vreemde wending nam.


De namiddagsessie zou over sociale media gaan, maar plotseling zaten we te luisteren naar een promopraatje voor een product van Adobe. Ergerlijk. Zelfs ambtenaren hebben nog wel iets beters te doen.

Het adagium "practice what you preach" indachtig, had de organisatie de deelnemers aangemoedigd om over de toespraken te twitteren. Dat gebeurde. Zoek naar #inno200 en zie hoe de stemming langzaam verzuurt.

De organisatie las mee en besloot een halfuur voor het einde van de sessie de mensen van Adobe van het podium te halen. Gejuich op Twitter: "Lang leve de kracht van Twitter!" De val van Moebarak was er niets bij.

Interactiviteit is een mooi ding. Maar bij het verlaten van de zaal kon ik een paar bedenkingen niet onderdrukken. Iemand en plein public de mond snoeren - is dat niet domweg een uiting van ongemanierdheid? En is Twitter niet een wat wankele basis voor besluitvorming? Er zaten ten minste honderd mensen in de zaal, schat ik. Slechts een minderheid daarvan uitte zich via Twitter. Het is onwaarschijnlijk, maar je kunt niet uitsluiten dat anderen het in de zaal het wél goed vonden.

Twitterocratie is nog geen democratie.

vrijdag 20 mei 2011

Zappen verboden

Zoals ieder jaar was het een beproeving om de belastingbrief volledig en correct in te vullen.

Er komt rekenwerk bij kijken dat grote gevolgen kan hebben. Maar de bijgeleverde informatie blinkt niet altijd uit in begrijpelijkheid. Het leesplezier is beperkt te noemen. Maar zappen mag niet.




De overheid verwacht van de burger niet slechts een wiskundeknobbel maar ook een ijzeren, bijna bovenmenselijke discipline.

vrijdag 6 mei 2011

Zeventig per uur

Iedereen is te koop, ook u en ik. Mijn prijs is: zeventig euro per uur. Dat ontdekte ik onlangs toen ik een offerte zag waarin mijn werkgever mijn diensten aanbood aan een argeloze klant.

Zeventig per uur, is dat veel? Echt goedkoop vind ik het niet, als ik een paar alternatieven in ogenschouw neem. Voor zeventig euro heb je onder meer de volgende mooie dingen:

  • drie seizoenen van de briljante tv-reeks The Wire (totale kijkduur: ca. 37 uur);
  • een diner-met-wijnen voor één persoon in een héél aardig restaurant;
  • een retourtje Parijs, mits je tijdig boekt.

Huur mij een godganse dag met mij en je bent 520 euro kwijt – het equivalent van een vaatwasser. Als ik mocht kiezen tussen mezelf en een vaatwasser, ik wist het wel!

woensdag 4 mei 2011

Talloos veel miljoenen

Uit het voortreffelijke boek A Short History of Nearly Everything van Bill Bryson leerde ik vandaag dat:

  • het gemiddelde hoofdkussen wordt bevolkt door ongeveer 40.000 mijten;
  • een morzel grond  (Vlaams of Waals, maakt niet uit) 10 miljard bacteriën bevat, waarvan we de meeste niet eens kennen.

Het gaat in beide gevallen om schattingen, dat mag duidelijk zijn. In de wereld van de mijt of bacterie let men niet op de kleintjes.

Nog nagruwelend van die kennis, zag ik in een avondlijke lichtstraal dit beeld: ontelbare stofdeeltjes die door mijn pas gestofzuigde huis zweven. Je mag er niet aan denken dat je dat allemaal inademt - en toch is het zo.

De strijd tegen de kleinste deeltjes is uitzichtloos en frustrerend. Winnen kun je niet, maar opgeven maakt het alleen maar erger.

dinsdag 19 april 2011

Kwantumkrenten



Ik heb de macrolens van mijn cameraatje zover als mogelijk opengedraaid en vervolgens de foto extra groot weergegeven, want anders zou je ze niet kunnen zien: de krenten in deze boterham. Ze zijn minder talrijk dan de werkende hersencellen in het brein van George W. Bush.

Misschien bevat dit misbaksel nog hoge concentraties gedroogde vruchten op een subatomair niveau - zogenaamde 'kwantumkrenten'. Het moet wel, want anders is de schandelijk hoge prijs van € 3,20 niet te verklaren.

vrijdag 8 april 2011

De laffe lente

Dit zag ik in februari op het balkon van mijn skihotel: een oogverblindende besneeuwde helling.



En zo zag het er deze week uit, door een webcam op hetzelfde balkon: een armetierig, snel slinkende witte strook in een modderige wei.


De intredende dooi heeft een einde gemaakt aan het sprookje. De wei is weer aan de koeien.

De lente kan ongewoon laf en onbarmhartig wreed zijn.

zondag 3 april 2011

Minder lezen door het internet?

"Over the past few years I’ve had an uncomfortable sense that someone, or something, has been tinkering with my brain, remapping the neural circuitry, reprogramming the memory."
Dat schrijft de Amerikaanse auteur Nicholas G. Carr in het artikel Is Google making us stupid? - What the internet is doing to our brain. Hij maakt zich vooral zorgen over zijn veranderende leesgedrag.

Fragmentarisch lezen

Iets met boekenCarr schrijft dat hij het almaar moeilijker vindt om lange stukken tekst met volle aandacht te lezen. "My concentration often starts to drift after two or three pages. I get fidgety, lose the thread, begin looking for something else to do." Een turf als 'Oorlog en vrede' van Tolstoj lijkt inmiddels buiten zijn bereik te liggen.

De oorzaak zoekt Carr bij het internet, dat zoveel stimuli tegelijk aanbiedt, dat we als lezers voortdurend onze aandacht moeten verdelen en ten langen leste niets meer grondig lezen. Dat fragmentarische leesgedrag zou ook zich ook uitbreiden naar andere media, met name boeken.

Het verschijnsel van scannen op het internet komt me bekend voor. Maar lees ik ook andere boeken dan vroeger?

Dunnere boeken?

Ik ben blij dat ik 'Oorlog en Vrede' twintig jaar geleden al heb gelezen. Ik weet niet of ik er nu nog doorheen zou komen. Ik zou er zelfs niet meer aan beginnen. Maar ik ben er nog niet van overtuigd dat dat de schuld is van het internet.

De omvang van het boek lijkt me in elk geval niet doorslaggevend. Ik lees nog altijd dikke boeken. Op mijn leeslijst van vorig jaar staat bijvoorbeeld 'De welwillenden' van Jonathan Littell - een turf van ongeveer 1000 pagina's.

Dat ik 19de-eeuws boeken als 'Oorlog en vrede' mijd, heeft een heel andere reden. Ik vind het vaak moeilijk om nog aansluiting te vinden bij de leefwereld van auteurs als Tolstoj, Dostojevski en Dickens. Ik heb bij oude boeken voortdurend het gevoel dat essentiële clues me ontgaan, eenvoudigweg omdat het me ontbreekt aan voorkennis over de context.

Motivatie

Dat het me destijds wel is gelukt om veel klassieken te lezen, heeft te maken met motivatie. Ik zag het als een onderdeel van mijn culturele opvoeding. Het was iets wat ik aan mijn stand verplicht was.

Die motivatie is nu weg. Ik acht mezelf voldoende opgevoed. Ik wil nu boeken lezen die me direct aanspreken omdat ze kennis brengen die aansluit bij mijn interesse, omdat de stijl me bevalt of omdat ik de thematiek herkenbaar vind. En ik heb geen trek om eerst een literaire studie te lezen, ten einde te weten waar het boek nu precies over gaat.

Ik kies dus voor instant gratification (al is instant misschien ook geen adequate kwalificatie voor een boek van 1000 pagina's). Maar daarvoor mag ik niet Larry Page en Sergey Brin met de vinger wijzen.

Ik voel veel voor de theorie van Nicholas G. Carr. Maar voorlopig komt ze nog niet helemaal overeen met mijn eigen leeservaringen.

vrijdag 25 maart 2011

Dus dat noem jij kunst?

Waarom loop ik niet gewoon wat vaker bij het Smak binnen? Ik kom er altijd weer opgemonterd buiten.

In het museum is op dit moment een tentoonstelling met installatiekunst te zien. Installaties, dat zijn bijvoorbeeld een smeltende ijslollie op een projector of een nagebouwde schuur met een zeis die automatisch rondmaait. Is dat kunst? Geen idee. Grappig is het wel. De humoristische kracht van moderne kunst wordt vaak onderschat.

Onderdeel van Draaiboek voor de Schatbewaarder van Honoré d'O
Het mooist vond ik een grote zaal met werk van Honoré d'O. Hij knutselde een onbeschrijflijk geheel bij elkaar met alledaagse voorwerpen zoals elektriciteitsbuizen en speelgoed. Met open mond loop je te kijken naar zijn inventieve constructies. Vaak zie je er iets herkenbaars in - zoals het 'schilderij' op de foto - , maar even vaak blijven het raadsels.

Maar hoe verscheiden en chaotisch het er op het eerste gezicht uitziet, uiteindelijk hoort alles bij elkaar. Kunstcritici zeggen: een echte kunstenaar schept zijn eigen universum. En dat klopt ook. Misschien is dat ook wel het mooie aan goede kunst: ze kan je zomaar uit het leven van alledag wegrukken en  naar een geheel andere planeet overbrengen.

Naar het Smak gaan is daardoor altijd een beetje reizen.

donderdag 27 januari 2011

Ave Maria


Ave Maria
Originally uploaded by De boze wolf
We waren bij MediaMarkt Oostakker met een materialistisch oogmerk, toen plotseling iemand opperde: is er hier ook geen Maria-bedevaartsoord?

Ik was wel eens in Lourdes-Oostakker geweest op 15 augustus, de dag waarop katholieken de hemelvaart van Maria herdenken. Het is er dan een drukte van belang, voor zover zeventigplusser nog drukte kunnen maken.

In dit jaargetijde ziet het oord er troosteloos en verlaten uit. Als je een gezelschapsmens bent, moet je bij MediaMarkt zijn.

Maar dat is niet minder interessant. Zegt de verlatenheid van Lourdes iets over de kerk? Over een gebrek aan spiritualiteit van deze generatie? Of was het gewoon te koud, die namiddag in januari?

woensdag 5 januari 2011

Alles komt goed!



Ik kijk naar het jaaroverzicht van 2010 op Eén, dat toepasselijk onder de vlag "Een jaar in zak en as" vaart. Op de komische acts van Michel Daerden na valt er weinig te lachen, terwijl ik 2010 zelf best een leuk jaar vond. Mijn heerlijke fietstocht over Brooklyn Bridge naar Red Hook, Brooklyn wordt kennelijk niet doorslaggevend gevonden, net zo min als mijn succesvolle beklimming van de Kitzbüheler Horn. De geborneerheid van de pers is soms wraakroepend.

Nu dan, ter compensatie. De BBC maakte een prikkelend en opbeurend filmpje waarin de Zweedse hoogleraar Hans Rosling op grond van statistische gegevens aantoont dat het al bij al de goede kant opgaat met de wereld. De verschillen tussen de armste en rijkste landen blijven hemeltergend, maar de armste landen gaan er onmiskenbaar op vooruit. Zo omstreeks het begin van de 22ste eeuw kunnen ook de Afrikanen de speculaaspasta vingerdik op het brood smeren.

Inmiddels moeten we natuurlijk wel proberen de voeten droog te houden.